De bewoners van een Duits huis en het leven van een Britse strijder maken de geschiedenis tastbaar.
Bij een bezoek aan de bioscoop met de kinderen struikelde Tom Carew toen hij bijna bovenaan een trap was. De 85-jarige viel en duikelde naar beneden. Iedereen verstijfde van schrik. Beneden ging Carew rechtop zitten. Hij mankeerde niets. Als vanzelf had de voormalige 'Jedburgh', Britse speciale eenheden die tijdens de Tweede Wereldoorlog achter de linies werden gedropt, gedaan wat hem was geleerd: bij een parachutistenrol diende je je armen in te trekken en verder totaal te ontspannen.
Carews lijf mocht op dat moment nog in orde zijn, zijn geest liet hem meer en meer in de steek. "Papa's geest is aan flarden, maar zijn lichaam is onverwoestbaar", schrijft dochter Keggie die juist tijdens zijn proces van dementeren in zijn verleden dook. Het verslag van die soms confronterende zoektocht is 'De wereld van mijn vader' (een fletsere titel dan die van het Engelstalige origineel: 'Dadland').
In een andere familiesaga van Britse makelij, 'Het huis aan het meer' (ondertitel: 'Eén huis. Vijf families. Honderd jaar Duitse geschiedenis.'), zag de auteur Thomas Harding bij aanvang van zijn onderzoek nauwelijks meer het lichaam van zijn 'hoofdpersoon', een woning aan de Grosz Glienicker See aan de rand van Berlijn. "Zoals het daar stond, leek het zo onbeduidend, een brokstuk van een of andere vage herinnering. Het stelde eigenlijk niets voor, nauwelijks meer dan het geraamte van een huis." Maar deze bouwval, die op de nominatie stond voor de sloop, had voor Harding ook een ziel. Zijn oma had hem verteld hoe zijn overgrootvader het had laten bouwen, wat voor mooie tijden ze er hadden beleefd, maar ook hoe ze het op de vlucht voor de Jodenvervolging achter moesten laten.
'Het huis aan het meer' en 'De wereld van mijn vader' koppelen particuliere geschiedenis aan grote geschiedenis. In het boek van Harding maken de persoonlijke ervaringen van vijf families die in het Berlijnse huis woonden, tastbaar hoe waanzinnig de historie huishield in Duitsland en haar hoofdstad gedurende de afgelopen eeuw. Bij Carew blijft de grote geschiedenis wat meer op de achtergrond. Zij laat vooral zien hoe een heroïsche rol in de Tweede Wereldoorlog zijn sporen trekt in het leven van een man en zijn familie.
Tom Carew behoorde in 1944 en 1945 tot de kleine teams die in Frankrijk en Burma werden gedropt om daar met het plaatselijke verzet te vechten tegen respectievelijk de Duitse en de Japanse bezetters en die te dwarsbomen met sabotageacties. Vooraf waren ze met harde hand getraind voor hun missies, onder meer in geluidloos doden. Tegelijkertijd waren Carew en zijn maten maar matig voorbereid op overleven in de oerwouden.
Juist in Burma beleefde de Brit met Ierse wortels de tijd van zijn leven. Hij hield van de Burmezen en hun eenvoud. Zij hielden van hem. Met zijn pleidooien voor onafhankelijkheid voor dit volk stuitte Carew, ook wel aangeduid als 'Lawrence of Burma', op verzet van een deel van de gevestigde orde in de Britse Oost. Om zijn 'persoonlijke moed, koelbloedigheid en vindingrijkheid' kon echter niemand heen. Hij ontving de Distinguished Service Order.
In de naoorlogse, meergeordende burgermaatschappij bleek Carew maar moeilijk zijn draai te kunnen vinden. Na zijn afscheid van de overheidsdienst in verre en vreemde oorden kostte het hem moeite om een behoorlijke baan te vinden. Als vader en echtgenoot had hij naast zijn fijne kanten ook behoorlijk wat tekortkomingen. Carew was vaak drukker met het zoeken van oplossingen voor andermans problemen dan met zijn eigen sores en zorg voor zijn naaste gezinsleden.
Dochter Keggie neemt veel ruimte voor het beschrijven van de slagvelden in Frankrijk, in Burma en in haar vaders verdere leven. Zelfs dan lukt het de auteur niet altijd om klaarheid te brengen: de passages over de strijd in de Aziatische oerwouden zijn niet al te soepel geschreven en moeizaam te volgen. De veelvuldige overgangen van oorlog naar naoorlogs en weer terug doen soms ook ietwat krampachtig aan.
Dat Keggie Carew de lezer toch tot het einde toe weet vast te houden, is de verdienste van haar vader. Hij is de gedroomde hoofdpersoon: quite a character, zoals de Engelsen zeggen. Net als zijn talent voor het creëren van chaos je tegen gaat staan, ga je diezelfde eigenschap weer prettig ontregelend vinden. De worsteling van de dochter wordt daardoor voelbaar. Ook zij zit vol verwijten, maar bezwijkt toch keer op keer voor de charme van haar vader. Meer kennis van zijn verleden maakt die complexe liefde alleen nog maar groter.
Hardings 'Het huis aan het meer' is meer een rechttoe-rechtaan-geschiedenis, grotendeels chronologisch verteld. De schrijver/journalist heeft niet de beschikking over een ontwapenende ster als Tom Carew. Hij moet het doen met een hele cast aan personages, figuren uit de vijf families die de woning aan de Grosz Glienicker See bewoonden en de mensen daaromheen. De meeste van hen weet hij met verbazingwekkend gemak tot leven te wekken.
De wonderlijke wendingen van de Duitse geschiedenis grijpen steeds weer diep in. Dat het huis gebouwd kon worden had alles te maken met de financiële nood van de oorspronkelijke landgoedeigenaar in de jaren twintig van de vorige eeuw. Het opereren van diens schoonzoon, fanatiek lid van de SA, leverde weer spanningen op met Hardings Joodse overgrootvader en zijn gezin. Na hun vlucht trok Will Meisel in het huis aan het meer, een muziekuitgever die groot werd door een flink aantal Joodse liedjesschrijvers, maar later met even veel gemak een slaatje wilde slaan uit arisering van Joodse eigendommen in opdracht van propagandaminister Joseph Goebbels. Diezelfde Meisel, na de oorlog aan het werk in het Westen, raakte zijn huis kwijt door de deling van Duitsland. In de DDR-tijd woonden er tijdelijk zelfs twee gezinnen in. De in 1961 gebouwde Berlijnse Muur liep langs het huis. Het kwam te liggen in een speciale, slechts met toestemming te betreden zone.
De laatste Wende (die van 1989) luidde een periode van verval van het huis in. Door het boek heen vertelt Harding van zijn inspanningen om het te redden. Dat lukt hem, zodat niet alleen het boek maar ook het huis aan het meer zelf inmiddels verhaalt over een eeuw Duitse geschiedenis.
Verberg tekst