Boek

De kunstdief : een waargebeurd verhaal over liefde, misdaad en een gevaarlijke obsessie

De kunstdief : een waargebeurd verhaal over liefde, misdaad en een gevaarlijke obsessie
×
De kunstdief : een waargebeurd verhaal over liefde, misdaad en een gevaarlijke obsessie De kunstdief : een waargebeurd verhaal over liefde, misdaad en een gevaarlijke obsessie
Boek

De kunstdief : een waargebeurd verhaal over liefde, misdaad en een gevaarlijke obsessie

Nederlands
© 2025
Volwassenen
Verhalende beschrijving over de activiteiten van een beruchte kunstdief die in bijna acht jaar tijd meer dan tweehonderd kunstwerken stal uit musea en kathedralen in heel Europa. Met kaart en illustraties in zwart-wit.
Genre Waargebeurd
Titel De kunstdief : een waargebeurd verhaal over liefde, misdaad en een gevaarlijke obsessie
Illustrator Kristine Ellingsen
Vertaler Willem Keesmaat
Taal Nederlands, Engels
Oorspr. taal Engels
Oorspr. titel The art thief : a true story of love, crime and a dangerous obsession
Uitgever Utrecht: Uitgeverij Mozaïek, © 2025
239 p. : ill.
ISBN 9789023962960

De Standaard

Vertel nog eens over de stoute kunstdief
Geert Sels - 16 augustus 2025

Hadden we nog een boek over Stéphane Breitwieser nodig? De Franse kunstdief, die in 2001 tegen de lamp liep en 239 diefstallen in diverse Europese landen opbiechtte, is in ons land geen onbekende. Het Rubenshuis en het Museum voor Kunst en Geschiedenis behoorden tot zijn slachtoffers. Toen hij in 2011 herviel, was dat ook in deze krant te lezen.

Acht jaar lang schuimden Breitwieser en zijn vriendin Anne-Catherine als een soort Bonnie en Clyde musea en kastelen af. Kleinere, niet al te zeer beveiligde locaties genoten hun voorkeur. Elders zochten ze koelbloedig naar de zwakke plekken in de beveiliging. Hun drijfveer was blijkbaar esthetisch: rijk werden ze er niet van; met de buit richtten ze hun bovenverdieping in. Ze woonden in bij de moeder van Breitwieser, die niets in de gaten had of toch overtuigend deed alsof.

Dat alles stelde Breitwieser na zijn arrestatie zelf te boek in Confessions d'un voleur d'art . Voor een kritischer feitenrelaas kon je terecht in La collection égoïste van de Franse onderzoeksjournalist Vincent Noce. Beide boeken dateren van zo'n twintig jaar geleden.

Geniaal pijnlijk

Waarom komt de Amerikaanse journalist en bestsellerschrijver Michael Finkel dan nog met De kunstdief ? Veel nieuwe feiten brengt hij niet aan het licht. Voor diepe kennis is de lezer ook al aan het verkeerde adres: in zijn nawoord schrijft Finkel eerlijk dat hij de kunstenaar Jean Tinguely heeft moeten googelen.

Finkel is een poseur. Om het verhaal van Breitwieser uit te pluizen, had hij “tien jaar ononderbroken werk”, schrijft hij. Het duurde twee jaar voor zijn onderwerp zijn brief beantwoordde en daarna ging er nog eens 4,5 jaar voorbij voor hij hem persoonlijk ontmoette. Zo tikt de tijd lekker weg, natuurlijk. Hij zegt “ dozens of hours of interview ” met Breitwieser achter de kiezen te hebben, maar blijkt uiteindelijk veertig uur met hem doorgebracht te hebben - om te praten en om plekken te bezoeken waar de kunstdief toesloeg. Na diens arrestatie schreef de lokale krant Les dernières nouvelles d'Alsace dat de waarde van de buit twee miljard euro bedroeg. Daar pakt Finkel graag mee uit. Hij had even goed de net zo arbitraire schatting van L'Alsace kunnen overnemen, die het op één miljard hield - waarschijnlijk nog steeds een flink pak boven de echte waarde.

Het moet gezegd dat Finkel zijn materiaal behendig weet te schikken. Voor elk van zijn kortademige hoofdstukjes kiest hij een duidelijke invalshoek. Daardoor leest het verhaal ongelooflijk vlot. Wat hij serveert, is feitelijk accuraat: hij heeft zich grondig ingelezen en met politierechercheurs gepraat. Maar in niet ter zake doende beschrijvingen suggereert hij dat hij er zelf bij was, zoals wanneer hij Breitwieser nog even de hand van zijn geliefde laat vasthouden vooraleer ze een kraak plegen.

Het blijft fascinerend hoe Breitwieser toesloeg. Een schilderij meegrissen op een hyperbeveiligde kunstbeurs als Tefaf, getuigt van veel lef. Hoe hij het Museum voor Kunst en Geschiedenis beduvelde, is geniaal en pijnlijk tegelijk: met behulp van het kaartje “Verwijderd voor onderzoek” viel zijn diefstal niet eens op.

Om er geen opsomming van diefstallen van te maken, moet Michael Finkel het verhaal steeds meer stutten. Dat doet hij onder andere met uitweidingen over de psychologie van de kunstdief. Veel schiet dat niet op, want over Breitwieser spreken de gerechtsdokters elkaar tegen. De reeks spannende inbraakverhalen wordt, als Anne-Catherine wil breken met de criminaliteit, een relatiedrama, en uiteindelijk een rechtbankdrama.

In de bibliografie pakt Finkel uit met referenties, maar in het vuur van zijn betoog vergeet hij om daar naar te verwijzen. We menen flinke stukken uit het werk van Noah Charney te hebben herkend. De kunstdief is daarmee een vlot verhaal over een fascinerende kunstdief van een handige samenvatter.

MICHAEL FINKELDe kunstdiefVertaald door Willem Keesmaat. Mozaiek, 272 blz., € 22,99 (e-boek € 10,99). Oorspr. titel: 'The art thief'

NBD Biblion

Bookarang (AI samenvatting)
Een verhalende beschrijving over de criminele activiteiten van de beruchte kunstdief Stéphane Breitwieser. Breitwieser pleegde in bijna acht jaar tijd meer dan tweehonderd diefstallen in musea en kathedralen door heel Europa, waaronder in Nederland en België. Samen met zijn vriendin, die als handlanger op de uitkijk stond, stal hij meer dan 250 kunstobjecten. In tegenstelling tot andere dieven was zijn motivatie niet financieel gewin, maar zijn liefde voor kunst. Hij etaleerde de gestolen kunstwerken in een geheime ruimte om er zelf van te kunnen genieten. Het boek beschrijft dit opmerkelijke misdaadverhaal, Breitwiesers ‘hoogtepunten' en neergang, en biedt inzicht in zijn psyche. In vloeiende stijl, op aansprekende toon geschreven. Met enkele decoratieve kaart en illustraties in zwart-wit. Michael Finkel (1969) is een Amerikaanse journalist en auteur. 'De kunstdief' verscheen in 17 talen.